28-03-2011 - Skiën, Nieuws

Seizoenier: Skileraar in Japan

November 2009 was het eindelijk zover. Vier maanden lang skiën in ‘the driest snow on the planet’ met ‘twenty metres of Japanese pow per season’. Een Canadese collega in Nieuw-Zeeland sprak immer lyrisch over het land van de rijzende zon. Maar zoals elke nuchtere Nederlander had ik toch nog wel wat twijfels en onbeantwoorde vragen.Valt er elk seizoen zoveel sneeuw? Is de sneeuw echt zo droog als men verkondigt?

Tekst: Tom van der Burg
Beeld: Michiel de Ruijter

Aankomst
Bij aankomst op het New Chitose internationale vliegveld van Sapporo kijk ik teleurgesteld uit het vliegtuigraampje. Geen torenhoge muren sneeuw en geen hevige sneeuwval, maar groene velden en een vriendelijk najaarszonnetje. Na een twee uur durende busreis over een kronkelende weg arriveer ik in Niseko, een klein skidorpje gelegen op tweehonderd meter hoogte aan de voet van Mount Annupuri, een 1400 meter hoge dode vulkaan. In Niseko is bijna hetzelfde beeld als in Sapporo te zien, alleen nu zijn de groene velden veranderd in witte berkenbomen en jong bamboe. Er ligt wel wat sneeuw, maar de kleine witte plekjes smelten snel. Een frappant detail: geen local die zich druk maakt om de afwezigheid van de sneeuw. Zelf begin ik weer te twijfelen. Kloppen de verhalen van mijn Canadese college dan toch niet?

Winter
Maar dan, op één december verandert het weerbeeld ineens drastisch: lage temperaturen en hevige sneeuwval veranderen Niseko in een ‘winter wonderland’. Volgens de locals die ik spreek is deze weersverandering geheel normaal en zij kijken dus totaal niet op van de twee meter sneeuw die in een paar dagen valt. De gigantische shovels die begin december ineens tevoorschijn komen worden bijna elke dag gebruikt om de kleine straatjes van Niseko sneeuwvrij te houden.

De sneeuwval blijft maar aanhouden en na een paar dagen smeken mijn collega’s en ik de Japanse liftbeambten om alle liften en pistes te openen, maar onze smeekbeden worden niet verhoord. Zelfs na ruim vier meter verse sneeuw vinden de Japanners het nog niet voldoende om het gebied geheel te openen en blijven veel liften en pistes gesloten. We zijn dan al een week veroordeeld tot twee vlakke pistes en de dalafdaling bestaat uit een liftrit. Borden met ‘Marginal snow conditions’ en touwen zorgen ervoor dat één dalafdaling nog niet eens open is, terwijl vanuit de liften te zien is dat de beste lijnen toch echt in dit gesloten gebied te vinden zijn.

Off-piste verboden?
Na gesproken te hebben met een aantal collega’s die de nodige ervaring hadden met Japan blijkt dat skiën op gesloten pistes door onder de touwen door te gaan ten strengste verboden is en onmiddellijk leidt tot inbeslagname van liftpassen. Het backcountrygebied wordt ook op deze manier gecontroleerd: gates – in realiteit gewoon touwtjes – worden gesloten bij te hoog lawinegevaar en dan is het een ‘no-go’. Maar de ervaringsdeskundigen leggen mij ook uit dat om een touw heen skiën iets anders is dan er onder door en zo blijken dus een heleboel grijze gebieden in het off-pistebeleid van Niseko te bestaan: onder touwen door skiën is een groot taboe en heeft grote gevolgen, maar zolang je dat niet doet kun je eigenlijk doen wat je wilt. ‘Als je toch onder de touwen door wilt en dus de beste lijnen wilt skiën, dan kan je dat het beste in zwarte kleding na vijf uur doen, zodat je niet zo goed te zien bent en de pakkans zodoende wordt verkleind’, wordt mij lachend verteld.

Na vijf uur wordt namelijk driekwart van de pistes verlicht en kunnen fanatieke skiërs tot ongeveer negen uur ’s avonds skiën. De lichtmasten zijn kolossaal en zouden niet misstaan in menig voetbalstadion. De schijnwerpers stralen tot ver buiten de pistes waardoor off-piste skiën ook ’s avonds tot de mogelijkheden behoort.

De eerste meters
De collega die mij heeft ingelicht over het off-pistebeleid in Japan, stelt na wederom een gigantische dump poeder voor om mij wegwijs te maken in het nog steeds niet volledig geopende gebied. Tot op deze dag heb ik eigenlijk alleen nog maar piste-ervaring in Japan en ben dus super stoked om wat poeder te gaan skiën. Ik krijg het advies om een skibril met blanke of gele lens te lenen, want dat zorgt voor beter zicht tijdens het avondskiën.

Na een ijskoude, zeven minuten durende liftrit staan we boven een zwarte piste. We traversen tussen de berkenbomen door, goed uitkijkend voor uitstekende bamboetakken die je lelijk onderuit kunnen laten gaan. Het wordt ook steeds donkerder, aangezien we steeds verder van de lichtmasten traverseren. Uiteindelijk komen we uit bij een touw vlak voor een steile afgrond. Ik kijk even over de rand en het is meteen duidelijk waarom het skigebied hier eindigt: een steile rotswand, kleine boompjes en geen sneeuw. We skiën langs het touw en het begin van de run bestaat vooral uit veel kunst- en vliegwerk om niet tegen de vele kleine boompjes en bosjes aan te skiën. om de begroeiing heen is het een stuk fi jner skiën: een centimeter of zestig verse, gortdroge poeder zonder enige weerstand en het skiën begint te lijken op vliegen. Alles kan, alles lukt en als het toch een keer misgaat is er een gigantische laag van sneeuw dat als een zacht donskussen dient. Na zo’n vijftig bochten trekt het terrein open en begint het te lijken op een tree-run. Allerlei ondergesneeuwde rotsen en boomstronken completeren de winterspeeltuin.

Sprongen en poederlandingen iets te ver voor of achter op de ski’s? Het maakt niet uit! In negen van de tien gevallen veer ik weer eenvoudig op vanuit de bizarre hoeveelheid poeder om me heen. De poeder knalt elke bocht tegen mijn kin en na een aantal pillows achter elkaar geraakt te hebben heb ik moeite om te zien waar ik heen ga, omdat mijn goggle vol zit met sneeuw. Uiteindelijk komt de afdaling uit bij een klein riviertje dat overgestoken moet worden wil je weer op een mooie blauwe piste richting de lift uitkomen. Eén run kost ons precies vijftien minuten, met elke run gegarandeerd freshies. We houden dit zo’n twee uur vol tot we voldaan en verzadigd afdruipen richting de kroeg om even lekker na te praten over de gaafste runs uit mijn [ski]leven.

Cultuurverschil
In een oostenrijkse skischool bestaat de clientèle vooral uit veel Nederlanders, Engelsen, Duisters en een paar verdwaalde Scandinaviërs. In Niseko komen vooral Australiërs en erg veel Aziaten uit Singapore en Hong Kong. Uit ervaring blijkt dat de leercurve van deze mensen iets anders loopt dan die van de meeste skiërs in Europa. Een half uur lang oefeningen doen op skischoenen zonder dat er maar een ski aan te past komt is niet vreemd in Japan. Daarnaast is de beschikbare ruimte voor beginnende skiërs erg klein en aangezien er hoofdzakelijk beginners zijn kan het er nog wel eens chaotisch aan toe gaan. De Japanse skischolen houden er namelijk nogal een aparte manier van lesgeven aan over: groepen van honderden Japanners gekleed in dezelfde outfits, skiënd op dezelfde skischoenen en ski’s en met opgespelde nummers staan in lange rijen te luisteren naar een handjevol leraren. Een groot voordeel voor de instructeurs zijn de opgespelde nummers, zodat zij geen namen hoeven te onthouden! De grote hoeveelheid groepen zorgt tegelijkertijd voor gigantische opstoppingen bij de beginnerslift in het hoogseizoen. De beginnerslift is namelijk geen sleepliftje zoals wij in Europa gewend zijn, maar een tweepersoons stoeltjeslift zonder veiligheidsbeugel. Mensen vallen uit de stoeltjeslift, mensen missen de lift, komen vast te zitten onder of naast de lift en dan heb ik het nog niet eens over het uitstappen bovenaan! Maar het mocht de pret niet drukken en dat is maar goed ook: ik besteedde tijdens mijn werk al mijn tijd bij deze lift.

Sneeuwval
Van de 31 dagen in januari 2010 heeft het er op 26 gesneeuwd. Na vier dagen hevige sneeuwval en gesloten liften lijkt het mij zeer verstandig om te zorgen dat ik om half acht bij de lift stond om zo zeker te zijn van een van de eerste tien stoeltjes. In de liftrij hoor ik een aantal Japanse locals al spreken over: ‘Misschien wel meer dan honderdtachtig centimeter verse, onverspoorde sneeuw op de zwarte pistes’. Ik ben super stoked, dit kan wel eens de diepste poederafdaling van mijn leven worden! Vanuit de lift ga ik meteen de piste op. Met zoveel sneeuw is het niet eens nodig naast de piste te skiën. Ik laat mijn ski’s eerst een metertje of honderd rechtdoor lopen om genoeg snelheid te krijgen. Naast me zie ik bosjes Australische skiërs over de kop slaan, duidelijk niet gewend aan de extreem diepe omstandigheden in Japan. Ik draai mijn eerste middellange bocht en de kurkdroge Japanse poeder knalt in het rond. ‘Niet te veel uitsturen, maar lekker in de vallijn blijven’, hoor ik mezelf zeggen. Ik krijg steeds meer snelheid omdat de sneeuw amper weerstand biedt en maar blijft opstuiven. Ademhalen wordt steeds lastiger en vooruitkijken wordt ook steeds ingewikkelder.

Vertrouwend op de geweldige sneeuw en mijn dikke poederlatten ski ik 400 hoogtemeters in één ruk door. Mijn bovenbenen staan in de brand als ik weer in de liftrij sta, maar wat was deze afdaling het waard zeg! Na twee geweldige afdalingen moet ik me haasten om op tijd bij de skischool te zijn voor mijn privéles van half negen. Ik haal het gelukkig net aan, maar krijg wel een vreemde blik van de mensen die op mij staan te wachten, aangezien ik geheel onder de sneeuw zit. Ik weet wel beter!

Roadtrip
Januari is naast een geweldige poedermaand helaas ook een maand vol met werk gebleken. Incidentele vrije uurtjes en ‘early bird’ sessies heb ik dan ook met beide handen aangegrepen. Gelukkig zit er nog een mooie roadtrip langs een aantal substantieel kleinere skigebieden op Hokkaido in de pijpleiding. Na veel gebarentaal met handen en voeten lukt het me om een auto te huren bij een Japans autoverhuurbedrijf. Eén tip: zorg dat je dit al vanuit Nederland regelt, want aan de balie van de meeste verhuurbedrijven wordt er amper tot geen Engels gesproken. Een veel kleinere gezinsauto dan we in eerste instantie hadden verwacht moet plaats bieden aan zes man plus materiaal. Een vier uur durende reis over besneeuwde wegen brengt ons driehonderd kilometer noordelijker in de stad Asahikawa, waar wij een onderkomen vinden in een plaatselijk hotel.

De volgende dag staat Kamui Ski Links op het programma, een klein gebied met – voor Japanse begrippen – zeer liberale off-pisteregels. Het blijkt een heel goede keuze te zijn: strakblauwe lucht, een halve meter verse sneeuw en bijna geen andere skiërs te bekennen! Samen met een Frans-Canadese collega besluiten we maar meteen onder de touwen door te duiken nadat de gondel ons op zevenhonderd meter boven zeeniveau heeft afgezet. Al snel knallen we tussen de bamboebladeren en berkenboompjes door. Deze sneeuw lijkt nog wel lichter dan wij gewend waren in Niseko. Het verschil in sneeuw zal liggen aan het feit dat Niseko en Kamui Ski Links respectievelijk twintig en honderdvijftig kilometer van de kust af liggen.

Een groot voordeel ten opzichte van Niseko is het rozelintjesbeleid. Met roze lintjes die aan de bomen zijn geknoopt wordt duidelijk gemaakt waar de onderste traverse terug naar de piste zich bevindt in het off-pistegebied. Na een paar runs beginnen we steeds meer zelfvertrouwen te krijgen, worden er steeds langere pillowlines geskied en gaat de snelheid beduidend omhoog. De ondergesneeuwde boomstronken en kleine rotspartijen zijn kinderspel met de grote hoeveelheid ultralichte poedersneeuw die fungeren als airbag. Alles kan en bijna alles lukt! Na een lange, vermoeiende, maar o zo mooie dag praten we nog even bij in het restaurant van Kamui Ski Links, dat verdacht veel op een kantine van een sportvereniging lijkt. Na een paar baantjes in het zwembad van het hotel, een Japanse maaltijd en een goede nachtrust vertrekken we de volgende ochtend richting het skigebied Asahidake.

Asahidake blijkt voornamelijk een zomerbestemming voor Japanners te zijn, want er is maar één lift. Deze enkele gondellift brengt de bezoekers naar een uitzichtpunt vlak onder het hoogste punt [2273 meter] van het eiland Hokkaido. Vanuit de lift zien we al dat we een stukje zullen moeten klimmen voor het echt goede terrein. Gelukkig ben ik nooit te lui om een stukje te hiken, maar er moet dan wel een mooie afdaling tegenover staan. Een aantal mooie rotspartijen, een paar bomen en mooie open lijnen met een halve meter onverspoorde poedersneeuw lachen ons toe. ‘Dropping!’ De sneeuw is nog lichter dan ik had verwacht, ik begin mijn bochten steeds sneller achter elkaar te skiën. Ik slalom om de rotsen heen en scheer vlak langs de berkenboompjes. Geweldig is dit!

‘Skiën in Japan is alsof je skiet in een speeltuin, wat een feest. De aparte cultuur, onleesbare taal en unieke omstandigheden hebben mij een onvergetelijk avontuur bezorgd. Japan is echt een aanrader voor elke fanatieke skiër.’

Ook naar  Japan?

TIPS:

Bagage: Je mag op de vlucht maximaal twintig kilo meenemen. Dit is inclusief skitas.

Skybus: Boek een transfer van vliegveld naar Niseko [Skybus.com.au].

Landcruiser: Huur een dikke landcruiser voor weinig via het Nederlandse kantoor van Europcar.

Contacten: Neem vanuit Nederland genoeg contanten mee. Pinnen in Japan kan alleen met een creditcard. In Niseko kan je wel met een Mastercard overal betalen maar geld opnemen lukt niet. Je moet hiervoor naar Kutchan. Het stadje Kutchan ligt tien kilometer verderop.

Onderkomen: Er zijn in Niseko drie grote bureaus waar je een onderkomen kan boeken. Dit zijn allemaal Australische organisaties en zij beheren tachtig procent van alle lodges, hotels en chalets. Zij hebben alle contacten, spreken Engels en vaak ook Japans [skijapan.com].

Liftpas: Een pas kost voor een week € 235. Koop je ‘per ongeluk’ een kinderpas dan is er niemand die dat controleert [niseko.ne.jp].

Niseko-Atlas: Koop een freeridegidsje in een willekeurig sportwinkel. Hier staan alle varianten en lokale freerideregels in [nisekoatlas.com].

WAT JE ZEKER MEE MOET NEMEN:

Sneeuwbril met heldere lens voor het avondskiën. Adapter, in Japan zijn andere stopcontacten dan in Europa. Stekkerdoos met die ene adapter heb je meteen meerdere contactpunten. Laptop, in het gebied zijn alle informatieborden in het Japans. Met een eigen laptop of notebook kan je thuis rustig weer en sneeuw bestuderen. Leer een paar woorden Japans: Japanners zijn altijd aardig en beleefd. Leer woorden als ‘hallo, ‘tot ziens’, ‘alstublieft en ‘dank u wel’, respectievelijk [Kon’nichiwa], [Say?nara], [Shite kudasai.], en [Arigat?]. Gezichtsmasker, fijn voor de faceshots, maar vooral om je gezicht te beschermen tegen de ijzige kou. Dikke ski’s, minimaal 90 millimeter je onder voeten. Laat die tandenstokers maar thuis.

WAT JE ZEKER MOET DOEN:

Catskiën: Ga een dag catskiën in één van de twee catskigebieden. De afdalingen zijn kort, maar steil en uitdagend. Hier worden alle grote films geschoten. Mt. Yotei: Ga met een gids de slapende vulkaan op. Vijf uur lopen maar dan heb je wel meer dan 1500 meter onverspoorde poeder. Onsen: Bezoek na een dag hard skiën eens een Japans badhuis. Een uurtje in heet vulkanisch wonderwater doet wonderen. Sapporo: Drink Japans bier. Karaoke: Sluit een avond stappen af in een karaokebar. Roadtrip: Maak een roadtrip naar Kiroro, rusutsu, Kamui Ski Links en Asahidake.

VOORDAT JE DE BERG OP GAAT:

In Niseko wordt er niet gevlogen. In het geval van een ongeval of noodsituatie zal het dan ook niet zo soepel gaan zoals we bijvoorbeeld in Europa gewend zijn. Denk aan de volgende zaken:

MELDING: Wanneer je een ongeval meldt en je spreekt geen Japans, dan is de kans op vertraging groot. Spreek van tevoren af met iemand die goed Engels en Japans spreekt en dat hij of zij fungeert als melder. Dit kan de receptie van het hotel zijn of een winkel in het dorp. Zoek dit uit.

EHBO: Ga niet op pad zonder eigen eerste-hulppakket. Als het allemaal langer duurt dan ben je in staat om zelf noodzakelijke hulp te verlenen. Vul je kit aan met een paar extra reddingsdekens en een thermofles met koffie of thee.

LAWINES: Helaas zijn er ook in Japan lawines. Het gevarenniveau wordt niet aangegeven met een gevarenschaal zoals in Europa. Er is wel een dagelijks lawinebericht [niseko.nadare.info].

Kijk op www.ski-madness.com voor georganiseerde skitrips naar Japan.


tekst: Tom van der Burg
foto’s: Michiel de Ruijter

 van